Fagot, Pommer en Dulciaan
Waar komt de fagot vandaan? Hoe is hij ontstaan?
In 1516 werd er een rekening geschreven voor een instrument dat verkocht was: een Faghot. Dat is de eerste keer dat die naam op papier staat. De fagot is het moderne familielid van de pommer en de dulciaan.
Pommer
De pommer was er vlak na de middeleeuwen. Het was een houten blaasinstrument in verschillende maten.
De grootste was de grootbaspommer, die zo groot was als een boomstam van drie meter.
Dat was natuurlijk niet makkelijk om mee te nemen en ook niet om te maken.
Je moest op een opstapje staan om er op te kunnen spelen.
Dan legde je de ene kant op de grond, hield hem dan heel schuin en zo kon je er op spelen.
Dat was heel erg zwaar en onhandig.
Dulciaan
Daarom werd de Pommer later dubbelgeklapt met een bocht aan de onderkant.
Er kwam een ander riet op, waardoor het blazen makkelijker werd. Het nieuwe instrument dat nu ontstaan was, werd dulciaan genoemd.
Dolce betekent ´zacht´. De dulciaan had een dubbelriet, twee buizen naast elkaar en soort espijp/bokaal.
Er zaten nog geen kleppen op. Er waren alleen zeven vingergaten en een duimgat.
De dulciaan had je in verschillende maten: van klein tot groot.
Barokfagot en Fagot
Later kwamen er een paar kleppen en werden meer dingen verbeterd: dat werd de barokfagot. Nu heeft een fagot 23 of meer kleppen en 5 vingergaten.