Meer Over De Mensen Achter De Methode
etudes, harmonisaties: Hans Vos
Hans Vos is afgestudeerd als orkestfagottist, kamermuziekspecialist en docerend musicus.
Hij heeft inmiddels meer dan 40 jaar ervaring niet alleen in deze disciplines, maar ook als pianist en orkest- en bigband-dirigent. Veel van zijn leerlingen vonden hun weg naar het conservatorium.
Als gedreven didacticus ontwikkelde hij diverse workshops voor het verbeteren van orkest- en samenspel voor amateurfagottisten.
De vraag naar een vernieuwde lesmethode voor fagot was de aanleiding om de afgelopen vier jaar vrijwel alle vrije tijd te steken in de ontwikkeling van een nieuwe methode.
tekeningen, muziekondersteunende teksten: Pieter Drift
Pieter Drift is in 1991 afgestudeerd op de Academie van Beeldende Kunsten te Rotterdam (afdeling Vrije Grafiek).
Naast het maken van etsen, tekeningen en collages geeft Pieter Drift verschillende boekjes in eigen beheer uit.
In deze bundels combineert hij zijn twee grote liefdes – de literatuur & de beeldende kunst.
Meer van zijn werk is te zien op www.pieterdrift.nl
ontwikkeling, redactie: Mirjam Hendriks
Mirjam Hendriks heeft zich verdiept in de didactiek van het muziekonderwijs en de overeenkomsten met de algemene didactische ontwikkelingen.
Tijdens de testfase heeft ze uitgebreid de lessen van de leerlingen gemonitord.
het tot stand komen van de methode:
In een gesprek tussen Nikolaus Harnoncourt en Hans Vos over de visie op muziekonderwijs, stelde Harnoncourt dat muziekonderwijs altijd aangeboden zou moeten worden vanuit de belevingswereld van de jeugd.
De ontwikkeling dat kinderen steeds jonger met fagotlessen kunnen beginnen, vraagt een aanpassing van de lesmethodes.
Een zevenjarige heeft heel andere cognitieve en motorische vaardigheden dan een twaalfjarige prepuber.
In deze methode is rekening gehouden met de belevingswereld en vaardigheden van jonge kinderen.
Het notenbeeld is groter, etudes zijn liedjes geworden, de begeleidingen zijn divers en eigentijds.
Tekeningen kunnen worden gekleurd en de teksten hebben een humoristische inslag.
Er is rekening gehouden met de fagot-didactische problemen als moeilijke volgorde van noten door lastige greepwisselingen en met de natuurlijke ontwikkeling van embouchure, ritme, gehoor en articulatie.
Bepalend voor de kwaliteit is uiteindelijk de docent die les geeft.
Zoals vioolpedagoog Qui van Woerdekom terecht stelde: een goede docent kan uit de voeten met een slechte methode; een goede methode garandeert niets als je een slechte docent hebt.